5. Wat de Samoed betreft, dezen werden door een overweldigende straf vernietigd.
6. En de Aad werden door een felle, geweldige wind vernietigd.
7. Die Hij zeven nachten en acht dagen achtereenvolgens over hen liet woeden, zodat gij hadt kunnen zien hoe het volk er door neergeworpen werd, alsof zij gevallen palmboomstammen waren.